Wetenschappers van de universiteiten van Stanford en Virginia hebben een gezamenlijk onderzoek uitgevoerd dat de reden blootlegde waarom de samenleving nog steeds niet van de sociaal-economische ongelijkheid af kan komen.
Het bleek dat dit fenomeen niet alleen te wijten is aan de afkomst, opleiding of rijkdom van mensen.
De sociaal-economische status – hoog, midden en laag – verdeelt de samenleving in drie groepen. Volgens deskundigen is het vrijwel onmogelijk om in te breken in een hogere groep.
Deskundigen merken op dat het neuroprogramma voor het waarnemen van de sociale status van vreemden van generatie op generatie wordt doorgegeven.
Bovendien heeft de ontwikkeling van de economie geleid tot een aangeboren aanvaarding van sociaal-economische hiërarchieën.
Dit neuroprogramma zorgt ervoor dat mensen uit de midden- en hogere klasse denken dat ze beter zijn dan anderen.
De auteurs van het onderzoek benadrukken dat “voordeel voordeel oplevert.” Degenen die in de hoogste echelons van de macht zijn geboren, zullen daar bijna altijd blijven.
Grote ondernemers komen volgens wetenschappers ‘allemaal uit hoogopgeleide, rijke families’.
Vanwege hun vertrouwen in hun eigen kunnen beschouwt de hogere klasse zichzelf als competenter dan andere mensen die in een lagere klasse zitten.
Wetenschappers schrijven dat de ongelijkheid in de samenleving niet zal verdwijnen zolang ‘mensen hun indrukken van iemand blijven uiten met bewijs van zijn capaciteiten’.
Foto: Pixabay
