Russische wetenschappers zijn tot de conclusie gekomen dat de grens van het menselijk leven niet wordt bepaald door het bereiken van de leeftijd van honderd jaar.
Onderzoekers hebben ontdekt dat dit cijfer op 120-150 jaar moet worden geschat. Wanneer het menselijk lichaam dit bereikt, verliest het echter alle herstelvermogen.
MIPT-laboratoriumpersoneel analyseerde informatie over de gezondheidsstatus van patiënten verkregen van biobanken in de VS en Groot-Brittannië.
Deskundigen probeerden een antwoord te krijgen op de vraag waarom de leeftijd van honderdjarigen, zelfs in uitzonderlijke gevallen, niet hoger is dan 120 jaar.
Het draait allemaal om de dynamische stabiliteit van het lichaam en zijn vermogen om te herstellen van de invloed van stress, die in de loop der jaren verloren is gegaan.
Als dit proces bij een 40-jarige niet langer dan twee weken duurt, kan het herstel op de leeftijd van 80 jaar zes weken duren.
Ons model toonde aan dat iemand tussen de 120 en 150 jaar het vermogen om te herstellen volledig zou moeten verliezen. Tegelijkertijd kan elke stress, zelfs een kleine, tot de dood leiden”, citeert MIA de woorden van mHealth-projectmanager Timofey Pyrkov.
Onder stressvolle situaties denkt de deskundige onder meer aan overmatig trainen, slaapgebrek, de invloed van verkoudheid en andere ziekten.
De wetenschapper is ervan overtuigd dat “het teken van de levensverwachting niet de biologische leeftijd is, maar de snelheid van het herstel.”
Daarom moeten de inspanningen gericht zijn op het verbeteren van het herstelvermogen van het lichaam.
